Naäman

Ferdinand Bol- de profeet Elisa weigert het geschenk van Naäman, 1661 Amsterdams Historisch Museus (Statenvertaling.net)

Preek bij 2 Koningen 5:1-19

In de doopliturgie van onze kerk zit een beweging van toewending en afwending. De toewending is de belijdenis, het toebehoren aan de drie-ene God, gericht zijn op het rijk van Christus.  De afwending is het afzeggen, het afzweren en afblazen van de afgoden, daar zit je niet meer aan vast.

Bij de doop wordt aan de gemeente gevraagd: Wil je je afwenden van alle kwaad en alles wat Gods wil weerstaat? Ofwel: wil je je verzetten tegen alle machten die als goden over ons willen heersen?  Wij worden opgeroepen, wij samen, ons af te keren van onze zonde, onze verkeerde manier van leven.

Voor die keuze staat de gemeente van Christus rondom de doop en voor die keuze staat Naäman aan het ende van de Schriftlezing als hij op het punt staat naar de hoofdstad Damaskus in zijn thuisland Aram/ Syrie terug te keren.

En Naäman wil die keuze maken voor de God van Israël, in dienst gaan bij de God die hem een nieuw begin heeft geschonken. Een schone lei. En daarom vraagt hij aan Elisa of hij twee zakken met Israëlitische aarde mee mag nemen naar Damaskus, heilige grond als een mobiel altaar om daarop de ene ware God van hemel en aarde te dienen

Want nu weet ik het, zegt Naäman, dat er geen andere God is. Hij is vastbesloten, heeft het helemaal helder, maar nu komt het: er is een klein probleempje dat hij schoorvoetend aan Elisa voorlegt, het Hebreeuws in de tekst is hier krakkemikkig, alsof Naaman inderdaad een kleine jongen is die niet goed uit zijn woorden kom, als ik dan, als ik dan in Syrie met meneer de koning in tempel van Rimmon kom, dan moet ik als legeraanvoerder en opperbevelhebber arm in arm met hem lopen, maar als de koning buigt voor de afgod, dan moet ik wel meebuigen. Beroepshalve.

Dat is nou zonde, had hij zich net in de dienst van de ene God gesteld, een nieuw bestaan ontvangen, dan komt toch weer die afgeschreven afgod van een Rimmon om de hoek kijken. Voor Naäman is het een duivels dilemma. Vanuit zijn functie moet hij die tempel van Rimmon binnen gaan, maar hij wil daar eigenlijk niet zijn.

Het zou goed kunnen dat dit satire is, Naäman die zich oprecht bekeert, maar ook de ijdele generaal blijft die zijn eigen problemen opblaast alsof daar alles van afhangt. Maar goede satire, zegt iets over de realiteit.

En de realiteit is dat wij niet zo gemakkelijk afkomen van onze Rimmons. Ook als je van harte belijdt dat er geen god is behalve de Ene die die naam verdient, die onze God wil zijn.

Is dat onze eigenlijke melaatsheid, in Bijbelse zin, dat die nietsige, niksige afgoden toch steeds weer opspelen, een onderhuidse kwaal die de kop opsteekt als je weerstand verzwakt? En dat je dan meebuigt…

En nu is het scherpe van deze satire dat Naäman helemaal niet wil buigen voor de afgod, hij wil de God van Israël dienen, maar de realiteit, zijn positie, zijn werk dwingt hem om mee te buigen.

En dat zou zomaar ook ons probleem kunnen zijn, dat we vast zitten in een economische werkelijkheid met allerlei afgoden, waardoor je voor je gevoel wel mee moet doen met een systeem,  dat je geestelijke gezondheid aantast, want waar je mee omgaat, daar wordt je mee besmet.

Naäman legt het probleem aan Elisa voor en die antwoordt kort en bondig, in het Hebreeuws met 1 woord, leshalom, in vrede. Kort en krachtig en ook wel wat kortaf, alsof hij genoeg heeft van het gedram van Naäman.  Schoon genoeg. Gegroet.

Maar in dat ene woord shalom zit een boel huiswerk voor Naäman, de generaal die succes had behaald in de oorlog en rijk was geworden aan oorlogsbuit. Als hij echt met een schone lei wil terugkeren, dan moet hij vrede zoeken. (tip voor wereldleiders) Elisa bedoelt volgens mij, die Rimmon interesseert me niet, en wat je wel of niet in zijn tempel doet, Naäman, als het ons maar vrede brengt, als je stopt met je invallen en invasies, je intimidatie en je oeverloze veroveringsdrang.

Ja Elisa kan een nukkige profeet zijn. Een mooi portret krijgen we hier van deze Godsman, zoals hij net als zijn leermeester Elia wordt genoemd. Wars van militair vertoon en  politieke interessantdoenerij of financiële inhaligheid. Van het enorme geschenkenpakket dat de generaal heeft meegenomen, door Naäman zelf een zegening genoemd, moet hij niets hebben.

Het wordt in deze satire heerlijk humoristisch verteld. Het begint met het buit gemaakte meisje dat door heeft dat het niet goed gaat met de man van haar meesteres. Want de grote sterke man is melaats, een huidziekte die onrein maakt, staat er in de nieuwe vertaling. Besmet. Zijn eer aangetast, een smet op zijn blazoen.

Toch wonderlijk dat dit weggeroofde meisje voor de ommekeer zorgt, door tot de vrouw van Naäman te zeggen: Kon hij maar naar de profeet in Samaria gaan, verzucht het meisje. Dat laat Naäman zich geen twee keer zeggen, hij kiest voor de diplomatieke weg en hij laat zijn koning een brief schrijven voor de koning van Israël. En voor alle zekerheid neemt hij in zijn gevolg nog een heel leger mee. Met paarden en wagens.

Het is dus te begrijpen, logisch, dat de koning van Israël het niet vertrouwt, dit lijkt een militaire meesterzet, een voorwendsel om de oorlog te verklaren. Hij is niet naïef, die generaal gaat hem en het land in de ellende storten. Hij scheurt zijn kleren. Ben ik soms God, dat ik kan doden en levend maken.

De psychiater Ester van Fenema schrijft in haar nieuwe boek over de 7 hoofdzonden dat wij in onze tijd wel zijn gaan geloven, dat we zelf god  zijn en dat is ons probleem.

Als Elisa hoort wat er aan de hand is, weet hij dat hij in actie moet komen. Hij stuurt een bode die de boodschap overbrengt dat Naäman zich 7 maal moet baden in de Jordaan, dan zal hij gezond worden.

Ik vermoed eigenlijk dat Elisa niet zo geïnteresseerd is in de dermatologische gezondheid van deze oorlogszuchtige generaal. Hij heeft geen zin Naäman te ontmoeten, laat staan hem de hand op te leggen, met het risico zelf besmet te raken. Hij wil vooral dat Naäman en zijn leger de aftocht blazen en daarom stuurt hij hem naar de Jordaan, de grensrivier. Voordat het leger aan het plunderen slaat of de koning van Israël in paniek tot de aanval overgaat en de boel escaleert.

En ik weet niet of Elisa het voorzien had, maar Naäman voelt zich nu echt in zijn eer aangetast. Hij vindt dat hij wordt afgescheept en maakt zich kwaad. Waarom neemt deze profeet niet eens de moeite om zijn huis uit te komen en weigert hij zijn God voor mij aan te ropen. Het zijn in feite de knechten van Naäman die de situatie redden omdat ze het aandurven hun baas tegen te spreken. Als de profeet u iets groot had opgedragen, had u het zeker gedaan. Het is toch geen moeite om in de Jordaan af te dalen. Baat het niet, dan schaadt het niet.

Wat heeft deze geschiedenis van Naäman en Elisa nu met de beweging van toewending en afwendig te maken in de doopliturgie. Dat je dankzij Christus, in het reine komt met God, gered wordt, als het ware als eerstelingen van de  nieuwe schepping, met een schone lei begint. En je redding en reinheid buiten je zelf mag zoeken.

Wij zijn niet allemaal generaal, zelfs niet buiten dienst, maar we voeren wel allemaal onze kleine oorlogjes ben ik bang, op een of andere manier is ieder mens daarmee besmet. En met onze manier van leven, als of we god zelf zijn,  gaan we net als Naäman over heel wat grenzen heen. Hebben we het gelaat van de aarde aangetast.

Naäman leert de God van Israël kennen omdat hij bereid is af te dalen, tot 7 maal toe in de Jordaan, omdat hij in staat is om te luisteren naar zijn personeel, eerst het meisje en nu zijn knechten, de militaire hierarchie wordt omgekeerd, de orders komen van onder. Hij wordt een kleine jongen, herboren.

Dat nieuwe begin als voorbode van Gods geheel nieuwe schepping, dat wordt mogelijk als je ophoudt om je groot te maken en groot te houden en op je strepen te staan.

Dit is een geloof dat niet meebuigt met de groten der aarde, maar afdaalt en luisteren naar degenen die geen stem hebben .

Ipv meebuigen voor de afgoden, wat al te vaak onze realiteit is, ga je in dienst van de Heer, die met ons omging en onze smetten op zich nam, die zich liet dopen in de Jordaan om alle gerechtigheid te vervullen, dat maakt je rein.

Ja, wil je afwenden van alle kwaad en alles wat Gods wil weerstaat? Zoek je redding en reiniging buiten jezelf (zo zegt het klassieke doopformulier), dan word je weer mens, als herboren. Amen

Preek gehouden op 30 oktober in de de Dorpskerk te Barendrecht

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s