een berg verzetten in borderline times

Genadestoel, Suermond-Ludwig Museum Aken

Preek 3 september Dorpskerk Barendrecht bij Matteüs 17:14-21

Kan geloof bergen verzetten? zeg het maar, wat denk je, zou het mogelijk zijn. Niets is onmogelijk voor wie gelooft, ik hoorde die tekst notabene pas in een autoreclame. Als een succesformule. Dat is niet het geloof dat Jezus ons wil leren, ik zeg het maar meteen. Geloof is geen recept tegen alle mogelijke kwalen, geen garantie voor een 100% geslaagd leven. Niet voor niets zegt de apostel: “Al had ik geloof, dat bergen kon verzetten, maar had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.”

Jezus heeft het in Matteus niet over bergen, maar over ‘déze (ene) berg verplaatsen’. En dan bedoelt hij de berg waar hij zojuist vanaf gedaald is. De berg waar hij Mozes en Elia heeft ontmoet, de Tora en de profeten. De berg waar hij in het licht wordt gezet, verheerlijkt. De berg waar een hemelse stem speekt: dit is mijn geliefde  Zoon, in hem vind ik vreugde. De berg waar Jezus echter niet kon blijven, ook al wilde Petrus dat wel. En bij het afdalen spreekt hij over zijn lijden, en opstanding.

Díe berg wordt verplaatst, overgezet in het leven van een mens, daar geplant als een zaadje. Want daar beneden die berg is een mens, een vader die bezorgd is om zijn kind. Een jongen die vreselijk lijdt volgens zijn vader, er slecht aan toe is, van het ene in het andere valt. Maanziek noemt Matteus het, een wat mysterieuze term, in het engels zou het letterlijk  ‘lunatic’ zijn, gewoon een beetje gek. Of is het toch een ernstige, gevaarlijke vorm van vallende ziekte. Soms valt hij in het water, soms in het vuur…

Een bezorgde vader, het valt mij niet moeilijk om mezelf daarmee te identificeren, ik zie overal gevaar volgens mijn kinderen. ‘Pas je op dat’ .. ‘ik ben  niet gek’, zeggen ze dan.

Wat Jezus doet is de demon  bestraffen en weg laten gaan uit de jongen. Met een eenvoudige terechtwijzing. Ik stel me dat zo voor dat hij de jongen gerust stelt, kalmeert. De angst en wanhoop die van de vader op het kind waren overgeslagen, neemt hij weg. Een duivel uitdrijven, heeft in de bijbel altijd te maken met ‘de menselijkheid terugbrengen’, je valt niet samen met de ziekte die je hebt, je bent niet alleen maar patient, niet louter zorgenkind of hoofdpijndossier.

Zo zie ik het voor me, maar het gaat niet om een geïsoleerd geval:  Jezus wordt zodra hij van de berg afkomt voor de voeten geworpen dat er op aarde lijden is en de discipelen vragen vertwijfeld: waarom kunnen wij daar niets tegen doen?

En dat valt verkeerd bij Jezus, hoezo kunnen jullie niets doen? Denk aan de berg, waar we vandaan komen, aan Mozes en Elia, oftwel de Tora en de profeten, die vertellen wat je wel kan doen, geloof daarin, dat is je toevertrouwd. Dat is toch de berg van het verbond. Denk aan de berg en die stem, dit is mijn Zoon, in hem vind Ik vreugde.

Deze berg, de berg van het verbond, de berg waar die stem klinkt, is verplaatsbaar,  ook naar de situatie van deze bezorgde lijdende vader, zodat hij  weer vreugde vindt in zijn kind, vertrouwen krijgt.

En de discipelen krijgen genadig op hun donder van Jezus. O ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie zijn. Jullie verdraaien het geloof. Omdat je in krampachtige pogingen om een probleem op te lossen, het kind laat vallen. Omdat je bent gaan denken dat je er toch niets aan kan doen.

Paulus benadrukt wat je wel kunt doen: bijstand verlenen, troosten, barmhartigheid bewijzen, iets van je levenswijsheid delen.

Daar wordt de berg waar Jezus vandaan komt verzet. Omdat de pijn wordt erkend, het lijden gezien, krijg je vertrouwen dat je opgevangen wordt, ook als je valt.

Een mooi beeld vind ik dat van Paulus over het lichaam van de Heer, dat is een gewond en kwetsbaar lichaam. En ieder heeft daarin een vitale functie. En zegt hij dan tenslotte, als je barmhartigheid bewijst, moet je dat blijmoedig doen.

In de gaarkeuken van Rotterdam-Zuid kom ik die blijmoedigheid tegen, daar kookt chef-kok Walter dagelijks een gezonde maaltijd voor wie niet rond kunnen komen. Een vrolijke keuken, (daar aan de Persoonshaven, met bewoners die ergens in hun leven gevallen zijn, maar elkaar ook opvangen) Ik was daar een paar keer om courgettes te brengen die overschoten in de moestuin. Nu word ik daar de courgetteman genoemd.

Terug naar het verhaal: De jongen valt volgens zijn vader soms in het water en soms in het vuur, water en vuur, tegengestelde elementen: duidt dat op een bipolaire stoornis, van het ene extreem in het andere? De Belgische psychiater Dirk de Wachter schreef 10 jaar geleden al weer het boek ‘Borderline Times’:

Het is hem opgevallen dat mensen die als normaal te boek staan eigenlijk hetzelfde gedrag, dezelfde symptomen hebben als degenen die zogenaamd niet normaal zijn: de samenleving is onvoorspelbaar, impulsief, instabiel, destructief. Met gek genoeg weinig tolerantie voor wie afwijkt van de norm.

Onze tijd wordt getekend door een fanatiek streven naar geluk, maar dat maakt dat er geen plek meer is voor lijden, ongeluk wordt nauwelijks getolereerd, de vallende mens niet opgevangen.

Psychiater Dirk de Wachter zegt in feite, onze rusteloze tijd heeft iets van dan weer in het water, dan weer in het vuur vallen. Het ieder voor zich, het gevoel dat je zelf je leven moet maken, maakt dat de mensen hun mentale evenwicht verliezen. Je verdrinkt in machteloosheid of je ontsteekt in ongerichte woede. En daar komt dan nog de stress van de klimaatverandering bij, met de beelden van overstromingen en bosbranden, water en vuur.

Is een tegenbeweging mogelijk? Een alternatief. Waarom wil het maar niet lukken.

Jullie konden het niet vanwege je kleine geloof, zo spreekt Jezus zijn leerlingen streng toe. Kunnen ze dat eigenlijk wel helpen, waarom valt Jezus dan zo uit? Het lijkt erop dat Jezus hier ook zijn eigen demon van wanhoop en onmacht moet verdrijven.

Hoe lang moet ik jullie verdragen, verzucht Jezus…Dat is wel wat Jezus doet: tot het einde hun ongeloof dragen.

En helemaal aan het eind van het evangelie is Jezus opgestaan en dan ontmoet hij zijn leerlingen nog eenmaal, op de berg, dan is er nog steeds klein geloof bij de leerlingen, ze aanbidden hem en sommigen twijfelden. Maar dan zegt de levende Heer: zie Ik ben met jullie, tot aan de voltooiing van deze wereld.

Iemand zei, dat is eigenlijk een troost, een bemoediging dat Jezus iets kan beginnen met volgelingen die twijfelen, die niet heel veel geloof hebben, met een ernstig tekort aan vitamine g. Dat hij die kleingelovigen roept en bij hen blijft tot het einde.

Een mosterdzaadje vitamine g, dat kleine beetje geloof van jou  is genoeg, daarmee kan die ene berg verzet worden in jouw leven, komt er vreugde en vertrouwen in jouw bezorgde bestaan. Het geloof van het verbond, van Mozes en Elia, die ook door water en door vuur moesten gaan. En die een berg op gingen om God te ontmoeten en weer afdaalden om te vertellen dat er een stem is die spreekt.

Tenslotte: In de vakantie fietste ik over het Drielandenpunt naar Aken, de Vaalserberg, hoger kom  ik niet, en in het bos stond daar een christusbeeld, met daaronder in het Duits een tekst van Bonhoeffer uit zijn gebed ‘door goede machten’. U kent het:

 ‘In goede machten liefderijk geborgen/ verwachten wij getroost wat komen mag. God is met ons des avonds en des morgens./ Is zeker met ons elke nieuwe dag.

En in het museum van Aken zag ik een prachtig houten beeld van wat een genadestoel wordt genoemd. God is afgebeeld als een Vader die Jezus in de armen houdt. Een God die het lijden draagt.

Dat is geloof, dat God ons opvangt, niet laat vallen wat Hij met jou begonnen is. Amen

Plaats een reactie